Welke externe factoren buiten een open samenwerking zijn van invloed op de samenwerking?
Context
Economische, culturele en politieke context
Martijn Verwoerd: “We moeten op de hoogte zijn van overheidsbeleid. Een voorbeeld daarvan zijn aanbestedingen in het openbaar vervoer. De overheid gaat alleen contracten aan voor vijf jaar. Bij de ontwikkeling van een product voor die branche moet je dus rekening houden met een afschrijving van vijf jaar.”
Ogier Gravendeel: “Wind energie wordt in Nederland niet als heel grootschalig gezien. Er zijn veel meer turbines in Duitsland en Denemarken. Hier is het toch nog een beetje een niche.”
“De snelheid van innoveren gaat harder dan procedures om met Groot Composiet subsidies aan de slag, of Groot Composiet partners in zee te gaan. Niet alleen het bedrijf, maar ook onze klanten leven in de waan van de dag. Dat heeft te maken met de druk die door de industrie wordt ervaren om in de behoeften (snelheid van leveren bijvoorbeeld) te blijven voorzien. De sector wind kan zich hierdoor moeilijk veroorloven te innoveren via relatief trage en complexe mechanismen en procedures. Die druk is hoger geworden doordat de crisis professionalisering versnelde binnen een zeer beperkt beschikbaar budget.”
Adriaan Beukers: “In Nederland wordt te weinig geïndustrialiseerd.”
Het politieke en (sociaal-)economische klimaat van een land is van invloed op het ontstaan en verloop van open innovatie projecten (Nakamura et al., 1997). Voorbeelden van belemmerende of bevorderende factoren zijn de aanwezige productiefactoren in een land, de bestaande markten, de ondernemersgeest en de heersende wet- en regelgeving (Porter, 1990). In Nederland zijn in toenemende mate organisaties bezig met open innovatie. Hieronder wordt een aantal context factoren genoemd die van invloed lijken te zijn op deze ontwikkeling:
- Technologie is complexer geworden en steeds meer (maatschappelijke) vraagstukken verlangen kennis uit verschillende vakgebieden
- Globalisering: er ontwikkelt zich een economie waarin hoogopgeleiden steeds mobieler worden en waarin kennis eenvoudiger (digitaal) gedeeld kan worden
- De hoeveelheid management- en financieringstechnieken groeit, deze kunnen niet alleen intern maar ook extern worden toegepast (corporate venture capital, crowdsourcing, tenders)
- Er zijn meer betrouwbare kennisleveranciers in de vorm van onderzoekscentra, universiteiten en hogescholen dan voorheen (Chesbrough, 2003)
- De economische crisis zorgt voor geldgebrek, zodat bedrijven naar goedkopere methoden moeten zoeken om kennis te vergaren (De Man et al., 2009)
In een vergelijking tussen Nederland en de Verenigde Staten is te lezen dat de drijvende markt en de ondernemersgeest sterk van invloed op het ontstaan van innovatie samenwerking. Het aantal startende ondernemingen is in Amerika bijvoorbeeld veel hoger dan in Nederland en daarmee ook het fenomeen Corporate Venture Capital, het investeren in startende ondernemingen. De markt in de VS is ‘turbulenter’ en er is meer uitwisseling van werknemers en daarmee van kennis tussen bedrijven (Hoekstra, 2011). De drempel voor samenwerking op het gebied van innovatie zou daardoor lager zijn. Dat verhoogt vervolgens de druk tot innoveren in andere bedrijven om de concurrentie voor te blijven. Deze vicieuze cirkel creëert een actiever innovatieklimaat dan in Nederland zichtbaar is.
Van der Duin et al. (2006) vinden dat de Nederlandse wet- en regelgeving nog niet goed genoeg anticipeert op open innovatie. Stimuleringsmaatregelen zijn nog te veel toegespitst op bedrijven, terwijl open innovatie in een ‘open-innovatiearena’ plaatsvindt, waarin diverse organisaties of gebruikers een bijdrage leveren. Overheden zouden zich daarom meer moeten gaan richten op andere typen organisaties dan alleen bedrijven.