Open innovatie dwingt partijen tot het herdefiniëren van wie precies de concurrenten zijn. Is er dan nog sprake van voeding van conconcurrenten?
Groeistrategie
Voeding van concurrenten?
Jack Smit: je voedt je concurrenten niet door open kennis te delen, maar je reputatie. het heeft tijd nodig om een reputatie op te bouwen en daarvoor moet je naar buiten toe treden op een open manier.
Colette van de Ree: begrijpelijk genoeg vinden bedrijven bescherming van hun markt het belangrijkste, en bescherming van hun kennis is daartoe een middel. Dat maakt samenwerken met concurrenten tot een enorm lastige opgave.
Het moeten delen van kennis is een belangrijke oorzaak voor het huiverig zijn van bedrijven ten opzichte van open innovatie (Burcharth et al., 2014), zeker wanneer kennis gedeeld zou moeten worden met een concurrent. Wie precies een concurrent is, is afhankelijk van de fase van ontwikkeling waarin een innovatie zich bevindt en de nieuwheid ervan ten opzichte van dominante technologieën, producten of processen. In de ontwikkelingsfase waarbij bescherming nog essentieel is voor innovaties omdat deze nog niet met de dominante technologie kunnen concurreren (Kemp et al., 1998) (Smith & Raven, 2012), zijn concurrenten niet de ondernemers die in dezelfde innovatie investeren, maar de bedrijven die werken met de dominante technologie. In het concrete geval van De open-innovatiealliantie Groot Composiet zijn de concurrenten niet de ondernemers die met composiet bezig zijn, maar bijvoorbeeld producenten uit de metaal- en betonindustrie.
Wanneer lokale professionalisering of zelfs brancheversterking de fase is van een ontwikkeling, zijn vaak de grotere bedrijven de concurrent. Vier kleine architectenbureaus uit Friesland hadden bijvoorbeeld moeite om afzonderlijk hun hoofd boven water te houden. Ze zijn daarom een samenwerking gestart genaamd GEAR om grotere opdrachten binnen te halen dan dat zij elk afzonderlijk zouden kunnen doen. De samenwerking herdefinieerde daarmee de definitie van ‘concurrent’: grote architectenbureaus werden de concurrent (Syntens, 2012).
Hoewel partijen dus in eerste instantie concurrenten kunnen lijken, is dat afhankelijk van hoe je de markt definieert en wat de basis van de samenwerking is. Partijen met dezelfde core business zijn op dat vlak concurrenten, maar kunnen een samenwerking vinden op andere vlakken of in een andere markt (Porter, 1990). Een samenwerking levert in dat geval meer op dan wanneer partijen besluiten de kennis en ervaringen voor zichzelf te houden en elkaars concurrenten te zijn.