Hoe kan een samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen een voordeel voor beide partijen opleveren?
Samenwerking
Win-win situaties met kennisinstellingen
Ingrid Schipperen: “Onze ervaring is, ook bij EZco’s, dat concurrenten kunnen en willen samenwerken als de samenwerking iets oplevert dat belangrijk is voor de branche, als je de boot mist als je niet meedoet, als je het beoogde resultaat alleen niet kunt bereiken.“
Rogier Nijssen (als WMC) /Don van Delft: “WMC is niet afhankelijk van de initiatieven binnen de Open Innovatie Alliantie Groot Composiet. Ook als het MKB niet met vragen komt, hebben we voldoende opdrachten. Aan de andere kant winnen de deelnemers binnen Groot Composiet ook niet veel wanneer ze met ons samenwerken. Dat heeft een aantal oorzaken.
Het is voor hen niet nodig om hun producten te testen, sterker nog, het levert ze niets op. Hun producten zijn over het algemeen niet heel zwaar belaste constructies waarvan de dimensionering relatief weinig kritisch is. Ook zijn er voor hun producten nog geen regels of normen waaraan voldaan moet worden en die hun klanten aanzetten tot het vragen om testrapporten.
Wat tenslotte een rol speelt is de mate waarin een product, ook door concurrenten uitontwikkeld is. Rotorbladen worden steeds nauwkeuriger ontworpen en een optimale dimensionering is noodzakelijk om te kunnen concurreren. De vijzels van Gerard Manshanden (Fishflow) kunnen daarentegen ongestraft overgeconstrueerd zijn, er is voor dat product immers geen concurrentie.”
“De reden voor WMC om toch aan de Alliantie en de samenwerking deel te nemen is de mogelijkheid die dat biedt om ook de markt buiten de rotorbladen te leren kennen en daar wellicht in de toekomst opdrachten van te krijgen.”
Ruth Mourik: “Essentieel is dat een initiatiefnemer kan aantonen dat niet alleen hij/zijn er baat en belang bij heeft maar dat volgende ondernemers er ook baat bij zullen hebben en er aan kunnen verdienen (eventueel uitgesteld). De win/win situatie duidelijk kunnen maken is essentieel. De groep zal uiteenvallen in volgers en achterblijvers als er niet voldoende verschillende baten aanwezig zijn (van elke ondernemer heb je een model en dus een andere win/win situatie). De procesbegeleider moet de ondernemersbaten en de ondernemer altijd centraal stellen. Verwachtingenmanagement op het gebied van baten en kosten voor deelnemers is daarmee essentieel.”
Open innovatie samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen kunnen op verschillende manieren leiden tot kennisdeling en waardecreatie. Voorbeelden van samenwerking zijn spin-offs, gemeenschappelijke publicaties, mobiliteit van personeel en afstudeeronderzoek (Bongers et al., 2008). Niet alleen heeft dit voordelen voor beide organisaties, maar vaak ook voor de economische ontwikkeling van een regio of land (Polt et al., 2001). De discussie over de relatie van open innovatie en economische ontwikkeling wordt verder belicht in kennisdeling in relatie tot publieksgeld.
In de praktijk blijkt de totstandkoming van een samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven echter niet zo eenvoudig(Plasmans, Lukach, 2007) (Bongers et al., 2008).:
- Een belangrijke beloningsvorm voor kennisinstellingen is publicatie output, terwijl bedrijven een onderzoek vaak juist niet openbaar willen maken om hun concurrentiepositie te beschermen.
- In de praktijk blijkt dat bedrijven het idee hebben dat in een relatief korte tijd en voor een lage prijs een relatief uitgebreid onderzoek uitgevoerd kan worden, terwijl kennisinstellingen meer tijd en geld nodig blijken te hebben.
Om innovatieve samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen te bevorderen, heeft de Nederlandse overheid innovatievouchers geïntroduceerd. Volgens de evaluatie van Dialogic hebben innovatievouchers inderdaad bijgedragen aan intensivering van samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen (Bongers et al., 2008).