In hoeverre moet kennisdeling transparant zijn voor anderen?
Modellen en processen
Zichtbaarheid van kennisdeling
Ruth Mourik: In de Open Innovatie Alliantie Groot Composiet hebben we in diverse rondes interviews ook steeds geinventariseerd met welke nieuwe processen, technologieen, klanten etc de deelnemers bezig waren. Daar waar we dwarsverbanden zagen, hebben we de ondernemers daar op gewezen. Dit is in een aantal gevallen impuls geweest tot samenwerking.
Het zichtbaar maken van kennisdeling verliep eigenlijk onbedoeld, het was niet ingebouwd in het projectplan maar gebeurde door de bezoeken die de projectgroep leden brachten aan de deelnemers. In die gesprekken vroegen we expliciet naar de kennisopbouw en deling die de partijen hadden gedaan of wilden. Bij een volgende deelnemer konden we eventuele wensen tot kennisdeling weer doorgeven. Het zichtbaar maken bleek heel belangrijk als een middel om verbanden of contacten te leggen of weer aan te halen. Dit zou periodiek en systematisch ingebouwd moeten worden in elk soortgelijk project om nieuwe impulsen te geven en nieuwe initiatieven een zetje te kunnen geven. De contactmomenten geven de dynamiek waarbinnen nieuwe ontwikkelingen kunnen ontstaan, dit kunnen ook contactmomenten zijn op bijeenkomsten. We hebben bijvoorbeeld dating lunches met vraag en aanbod georganiseerd, en die bleken vaak ook de opmaat tot intensiever contact tussen ondernemers, tot en met verkennen van mogelijke uitwisseling van personeel.
Het zichtbaar maken naar de buitenwereld toe, naar provincie en subsidieverstrekkers, is lange tijd verwaarloosd. We legden voor onszelf de lat voor succes hoog, snelle innovaties, snelle groei. We vergaten dat voorafgaand aan oogsten er nog gezaaid en gegroeid moest worden. ‘Klein’ successen zijn aanvankelijk onvoldoende naar buiten gebracht. Met het eindsymposium hebben we een inhaalslag kunnen maken.
Een afstudeerproject waarbij een student, ondersteund door het lectoraat, voor een opdrachtgever een (onderzoeks)opdracht) uitvoert is ook een vorm van open innovatie, de student brengt kennis uit de opleiding, uit het lectoraat, het bedrijf van zijn opdrachtgever binnen en vice versa.
Han et al. (2012) zien zichtbaarheid van kennisdeling als een essentieel onderdeel van een open innovatie alliantie. Zij noemen dit als voorwaarde, maar doen geen uitspraken over het effect van zichtbaarheid. Kanagaretnam et al (2010) geven aan dat volledigheid van informatievoorziening van en naar partijen (transparantie) binnen een alliantie kan leiden tot een sterker vertrouwen en hogere wederkerigheid tussen deelnemende partijen. Wanneer kennisdeling niet transparant is, bestaat de mogelijkheid dat bepaalde partijen alleen ontvangen en niet zelf delen.
Thorgren et al. (2011) keken naar het delen van informatie binnen allianties vanuit één partij naar alle anderen, zonder dat daar direct een wederdienst tegenover staat. Partijen die deze strategie gebruiken, verwachten in de toekomst van de wederdiensten van andere partijen te kunnen profiteren. Voorwaarde om van deze strategie een succes te maken, is dat ook andere partijen kennis delen. Free-riders gedrag kan niet blijven bestaan in allianties van twee partijen, omdat de alliantie dan al snel zal ophouden te bestaan (Thorgren et al., 2011).